Ik had trek in een broodje haring,
Al was het elf uur ‘s ochtends
Maar het vooruitzicht naar de visboer
te moeten,
Stond me tegen
Visboeren lijken op hun waar
Hun hoofdhuid ziet er schubbig uit
Hun teint bleek als scholfilet
Als vissen happen hun koppen
Geharnast Volendams
En hun vissenblik glijdt schamper over je heen
Als ze je bestelling herhalen
Alsof ze ernaar vissen
‘Ain broadje hoaring?’
Haar glimmend van het frituurvet
‘Oitjes en suur?’
Hun vette vingerafdrukken blijven achter
Op de buitenkant van slappe kadetjes
Van de Aldi of de Lidl
Waar ze hun vis schielijk tussenmoffelen
Veelvuldig halen ze hun vette handen
Waar de graten nog aan zitten
Door hun vette haar
En voor ze je broodje in een servetje stoppen
Vegen ze hun neus nog even af
Met de rug van hun hand
En duwen het vette, naar vis stinkende
Wisselgeld in je hand
Dat moet je opschijven!
Zei mijn vriendin enthousiast
Nou, bij deze dan
Het zal wel niet voor niets zijn